De 8 redenen waarom collega’s geen familie zijn
Het is geen geheim dat collega’s veel op familie kunnen lijken. We brengen meer tijd met hen door dan met onze eigen familie, en in sommige gevallen geven we zelfs evenveel om hen als om onze bloedverwanten.
Volgens een nieuw werkplekonderzoek van HP (Hewlett-Packard) werkt de gemiddelde fulltime Amerikaanse werknemer meer dan 40 uur per week. Bovendien zegt 56 procent van de werknemers dat ze meer tijd doorbrengen met hun collega’s dan met hun eigen gezin.
Het is dus niet verwonderlijk dat onze relaties met onze collega’s veel kunnen gaan lijken op familiebanden. Maar hoeveel we zeker ook om onze collega’s geven, zijn er enkele belangrijke verschillen tussen collega’s en familieleden. Hier zijn enkele redenen waarom collega’s geen familie zijn:
- De Kracht Van Positiviteit: Hoe Leidt Positiviteit Tot Succes?
- Van negatieve Gedachten naar positieve: hoe-doe-je-dat-gids
- De Kracht Van Positiviteit: Hoe Leidt Positiviteit Tot Succes?
- Help, mijn kind heeft plankenkoorts
Waarom zijn collega’s geen familie?
Heb je een aangename sfeer op het werk en kan je goed overweg met je collega’s? Top zeg! Maar hoewel collega’s als familie kunnen voelen, zijn er enkele belangrijke verschillen tussen hen. Hier zijn enkele redenen waarom collega’s geen familie zijn.
1. Loyaliteit is niet wederzijds
Er zijn verschillende redenen waarom loyaliteit op het werk niet wederzijds is. Ten eerste zijn collega’s niet gebonden door dezelfde familiebanden als familieleden.
Bovendien is de werkplek vaak een concurrerende omgeving, waar werknemers strijden om dezelfde promoties en loonsverhogingen. Daardoor zien collega’s elkaar vaak eerder als rivalen dan als bondgenoten.
Ten slotte is het werk zelf vaak van voorbijgaande aard, waarbij werknemers om de paar jaar van baan veranderen. Dit gebrek aan stabiliteit maakt het moeilijk om duurzame relaties met collega’s op te bouwen.
Het is ongepast om familiemetaforen te gebruiken voor professionele interacties. Families spelen verschillende rollen.
2. Een professionele relatie is anders dan een familierelatie.
Professionele relaties verschillen in verschillende opzichten van familierelaties. Ten eerste zijn leden van een familie doorgaans aan elkaar verwant door bloed of huwelijk, terwijl collega’s dat niet zijn.
Ten tweede leven gezinnen meestal samen, terwijl de meeste mensen hun collega’s alleen tijdens de werkuren zien. Ten derde delen gezinnen doorgaans een gemeenschappelijke cultuur en geschiedenis, terwijl collega’s doorgaans een andere achtergrond hebben.
Ten slotte hebben families een sterkere emotionele band dan collega’s, die meestal een formelere relatie hebben. Deze verschillen wijzen erop dat collega’s geen familie zijn.
3. De cultuur die je medewerkers bevorderen
In een gezin is de kans groter dat mensen elkaars verschillen accepteren en samenwerken om conflicten op te lossen. Collega’s daarentegen zijn eerder competitief en zien elkaar als rivalen.
Dit kan leiden tot wrijving en spanning tussen collega’s, wat weer kan leiden tot een vijandige werkomgeving. Bovendien zijn families meestal vergevingsgezinder dan collega’s.
Als iemand een fout maakt, is de kans groter dat hij nog een kans krijgt. Collega’s daarentegen oordelen vaak snel en zijn misschien niet zo bereid iemand een tweede kans te geven.
4. Je hebt niet dezelfde geschiedenis als zij.
Families hebben jarenlang (soms zelfs generaties) een gezamenlijke geschiedenis. Collega’s hebben gewoon een gedeelde geschiedenis van samenwerken. Families delen meestal gemeenschappelijke ervaringen en waarden, die hen samenbinden.
Medewerkers kunnen echter verschillende achtergronden hebben en niet dezelfde levenservaringen delen. Dit kan gunstig zijn, want het zorgt voor een grotere verscheidenheid aan perspectieven en ideeën.
5. Ze kennen je niet zo goed.
Op elke werkplek is het belangrijk om een zekere mate van professionaliteit te handhaven. Dit kan moeilijk zijn wanneer collega’s te vertrouwd met elkaar raken en zich meer als vrienden of familieleden gaan gedragen.
Het is echter belangrijk te onthouden dat collega’s uiteindelijk geen familie zijn. Familieleden kennen je door en door. Zij weten niet alleen wat je wel en niet leuk vindt, maar begrijpen ook je passies en drijfveren.
Medewerkers daarentegen kennen je alleen als de persoon die je op je werk bent.
Zij richten zich alleen op taken en het werk dat zij doen. Zij kennen je niet zo goed als je vrienden en familie, en zijn niet verplicht je belangen te behartigen.
6. Je brengt niet genoeg tijd met ze door.
Gezinnen brengen doorgaans veel tijd met elkaar door. Misschien wonen ze in hetzelfde huis, of zien ze elkaar regelmatig voor familiediners of vakanties.
Dit gebrek aan tijd samen kan het moeilijk maken om een sterke band met collega’s te ontwikkelen.
Dit kan het ook moeilijk maken om conflicten op te lossen, omdat er vaak niet genoeg tijd is om problemen grondig te bespreken. Dit gebrek aan tijd die samen wordt doorgebracht is een andere indicator dat collega’s geen familie zijn.
Ook al zie je je collega’s elke dag, het is niet hetzelfde als tijd doorbrengen met familie. Familieleden wonen bij jou of in de buurt, dus heb je meer mogelijkheden om quality time met hen door te brengen.
Met collega’s zie je ze meestal alleen op het werk en ga je na sluitingstijd ieder je eigen weg.
7. Je hebt verschillende prioriteiten
Familieleden hebben dezelfde prioriteiten, namelijk voor elkaar zorgen en er door dik en dun voor elkaar zijn. Je collega’s hebben daarentegen andere prioriteiten.
Hun prioriteit is hun eigen carrière – niet de jouwe. Ze zullen niet voor je zorgen of alles in het werk stellen om je te helpen slagen, want dat is niet in hun belang.
Hoewel het belangrijk is om doelen en ambities te hebben, steunen familieleden elkaar doorgaans beter dan collega’s. Ze begrijpen dat iedereen andere prioriteiten en doelen heeft, en ze zullen eerder begripvol en meegaand zijn.
Dit gebrek aan begrip en aanpassing is nog een duidelijke aanwijzing dat collega’s geen familie zijn.
8. Je vertrouwt ze niet impliciet.
Vertrouwen is belangrijk in elke relatie, maar vooral in familierelaties. Families steunen elkaar, wat er ook gebeurt.
Het kan moeilijk zijn om je collega’s te vertrouwen. Uit onderzoek is gebleken dat bijna 60% van de werknemers ten minste eenmaal van hun werkplek heeft gestolen.
Deze statistiek is niet verrassend als je bedenkt dat collega’s niet dezelfde loyaliteit en verantwoordelijkheidsgevoel hebben als familieleden.
Om deze redenen is het belangrijk voorzichtig te zijn met hoeveel je je collega’s vertrouwt. Ze zijn geen familie, en ze hebben niet steeds het beste met je voor. Maar natuurlijk kan je wel een fijne band met hen opbouwen, en zijn er zoals altijd uitzonderingen.
Conclusie:
Dit zijn slechts enkele van de vele redenen waarom collega’s geen familie zijn – ook al voelt het soms wel zo! Als je de volgende keer dat een van uw collega’s je probeert te vertellen dat “de familie op de werkplek alles is” deze dingen in gedachten houdt, helpt dat hopelijk om de dingen voor u wat beter te relativeren!